passing der stoom ons in staat stellen om de bezwaren te ontgaan, welke voornamelijk gelegen zijn inde wijze van destilleren en die men eertijds beschouwde aan de versche planten zelve te moeten toeschrijven. Men schijnt dus alleen de drooge planten inde plaats der versche te hebben gesteld, met het doel daardoor gedestilleerde wateren van eene betere conservatie te bekomen. Wanneer men alzoo, met behulp van de tegenwoordig bekend geworden middelen, er toe geraakt is, om uit versche planten gedestilleerde wateren van eene zelfde goede conservatie te bekomen, als met gedroogde planten verkregen worden, dan verdwijnt dit bezwaar, en men zou alzoo moeten terugkeeren tot de eerst gevolgde methode, om ter bereiding dezer wateren versche plantendeelen aan te wenden. Wij aarzelen niet zulks bevestigend te beantwoorden, want bij eene gelijke houdbaarheid, bekomt men met de versche plant een geur, een aroma, dat al de vlugge beginsels der plant vertegenwoordigt. Tot staving dezer redenering, hebben wijde drie volgende proeven genomen: Eene zekere hoeveelheid bloeijende toppen van Mentha Piperitis, werd in drie gelijke deelen verdeeld. Het eerste deel werd in verschen staat op het open vuur gedestilleerd, en leverde een ondoorschijnend water, dat na verloop van tien maanden troebel was geworden; het had den reuk van die der versche plant met eene geringe wijziging. De tweede werd, na gedroogd te zijn, eveneens op het vuur gedestilleerd, en leverde een vrij helder water, eenigzins opaliserend van aanzien en dat na verloop van tien maanden nog in goeden staat geconserveerd was; de reuk was doordringender dan in het eerste geval, en had veel overeenkomst met goede perpermuntolie. Aan de destillatie op het open vuur alzoo moet het worden toegeschreven, dat de gedestilleerde wateren van versche plan-111 S., 3 J. 18

273