vruchten alleen zijnen grond inde meerdere rijpheid van B en kunnen ook de zoo zeer uiteenloopende eigenschappen daaruit gemakkelijk worden verklaard. Immers wij behoeven slechts op de zwarte en witte peper te wijzen, die als vruchten van dezelfde struik toch door mindere of meerdere rijpheid in hunne bestanddeelen van elkander afwijken; zoo als ook de rijpe vrucht der Myrtus Pimenta het speeerijachtige nagenoeg geheel mist, waardoor de onrijpe zich zoo zeer aanbeveelt. Vreemd is het, dat, niettegenstaande andere Pharmaeopoeae en de meeste Handboeken nadrukkelijk vermelden, dat de onrijpe gedroogde bessen der Cubeba offieinalis als geneesmiddel worden aangewend, de Pharmacopoea Neerlandica hier van niet gewaagd, hoezeer het uit de beschrijving genoegzaam is op te maken, dat ook daar de onrijpe vrucht bedoeld is. Het blijkt intusschen , naar mijne overtuiging, uit de eigenschappen der beide vruchten, dat het geenszins onverschillig kan zijn, welk soort als geneesmiddel kan worden aangewend en bij gevolg van hoeveel belang het is, om naauwkeurig te letten op de uiterlijke kenmerken, zoo als die vrij algemeen beschreven zijn en die te weinig overeenkomen met de Cubeben, welke nu onder den naam van bijsoort aangeboden worden, om deze als geneesmiddel toe te laten; immers niet om ze willekeurig de andere te doen vervangen.

260