Uit deze elementen, in 1846 openbaar gemaakt, bekomt men, naar de tegenwoordige gebruikelijke aequivalent-gewigten , de volgende zamenstelling van bet water in 10 liters of in 10,000 d. water, de stoffen in wigtjes uitgedrukt (de uitkomsten van 1860 zijn opgegeven in Scheik. Verh. en Onderz.i Deel 111 (1860) bl. 107): 1846 1860 Chlorealeium 7,28 4,75 Chlormagnesium 5,06 2,46 lodmagnesium 0,82 1,37 Chlorpotassium 2,19 2,33 Cblorsodium 169,19 (1) 150,13 Kiezelzuur 0,35 0,42 Dat er niet één voorschrift kan, maar twee of meer moeten gegeven worden, is mijne schuld niet; de zamenstelling van het water wankelt eenigermate. Maar welk van de twee voorschriften men volgen zal, men ziet, dat men overal en gemakkelijk 10 liters voor de waarde van eenige stuivers hebben kan, en dat de Heer v.d. Burg de moeite niet behoeft te nemen, om het te onderzoeken. Men zou hem dan ook het onderzoek van elk drankje van elke apotheek kunnen opdragen , en dat is wel wat veel voor een mensch. Zulke dingen mag men geen scheikundige opdragen, en die ze zich laat opdragen, doet een werk, hetwelk voor het algemeen belang niet de geringste waarde heeft; integendeel , men beschermt er dingen door, die naar eene gezonde opvatting behooren veroordeeld te worden. Op dien grond bestrijd ik de bescherming , aan namaaksels van natuurlijke geneeskrachtige wateren verleend, en (1) Deze uitkomst is berekend door cblorkalium van de gevondene hoeveelheid chlorkalium en chlornatrium af te trekken. Uit het chlorzilver afgeleid, bekomt men 166,16 chlornatrium, hetwelk beter met de som der zouten 1,8105 in 100 d. zoo als die direct gevonden is, overeenkomt namelijk 1,8186, dan zoo als het boven is opgenomen 1,8489. De bepalingen door baryt zijn steeds iets te hoog.

201