4°. Blijft de samenstelling van het natuurlijke Gebangan’s water zoo wankelbaar, als tot nu het geval was, dan zal men ook dit inde geneeskunde niet met vertrouwen kunnen aanbevelen.
Er blijft nog eene zaak over, eer ik van het Gebangan’s water afscheid neem. Een lector inde scheikunde aan de Geneeskundige school te Botterdam, de Heer v.d. Burg, neemt het verkoopen vaneen namaaksel in bescherming, hetwelk door den eenvoudigsten bediende eeuer apotheek overal kan bereid worden. Hij zal dat, naar de annonce, scheikundig onderzoeken. „ Aan den laatst genoemde (de Heer v.d. Burg) zal ook hiervan het scheikundig onderzoek worden opgedragen,” schrijven de Heeren v. Eijndhoven en Co. Die moeite kan bespaard worden, en niemand zal het mij euvel duiden , dat ik voor degenen, die een namaaksel begeeren, de zaak eenvoudiger en goedkooper inrigt, en duidelijk uitspreek, waar het hier op aankomt, opdat niemand door schijn van wetenschap misleid worde. Daartoe doe men dan in eene apotheek halen de volgende stoffen in wigtjes, en losse die op in 10 liters regenwater, schudde alles goed dooreen, en drinke er van, of drink e er niet van, omdat het een namaaksel is, waarvan niemand u zeggen kan, of er niet tot nu nog onopgemerkte, maar essentiële stoffen aan ontbreken. De hoeveelheden , die nu volgen, zijnde uitkomsten van ontledingen, in 1846 en 1860 alhier gedaan. Daar er eene schrijf- en rekenfout in die van 1846 schuilt, die in 1848 verbeterd is , maar daar er een nieuwe drukfout in 1848 is ingeslopen, geef ik eerst hier de uitkomsten der analyse van 1846, zoo als die te vinden zijn in het oorspronkelijke opstel: Scheik, Onderz,, Deel 111, bl. 7 (en verbeterd Deel IY, bl. 528): 347,528 gram water gaven 6,292 zouten zamen; 0,012 kiezelzuur; 5,956 chlornatrium en chlorkalium; 0,25 kaliumplatina-chloride; 15,497 chlorzilver; 0,228 koolzuren kalk; 0,217 pyro-phosphas magnesiae; 0,037 iodpalladium.
200