men kiemhuisjes (apothecia) waren te bespeuren; zij is van binnen bleek bruin en tegen den bast vezelig. De bast welke tusschen de schors en het houtachtig deel ligt, stelt eendoor zijne donkere kleur scherp begrensde 1 tot lV27// breeden ring daar. Op de dwarse doorsnede door de loupe beschouwd vertoont het zich , door de roodachtig witte mergstralen, welke zich met de eveneens gekleurde tangentiaal verloopende bast-parenchym-strepen kruisen, digt en klein geruit en inde mazen aangevuld met donkere, hoornachtig doorschijnende bastbundels. Het hout vertoont op de dwarse doorsnede eene bruiuachtige kleur, is exentrisch omzoomt door lichte valsche jaarringen, doorsneden met talrijke lichte, flaauwsigma-vormig gebogen mergstralen, welke met het ongewapend oog reeds zijn waar te nemen en onder de loupe poreus zijn en door de opeengehoopte of afzonderlijke in dwarsrijen gerangschikte spiroïden, die dooreen licht hout-parenchym zijdelings verbonden zijn, de valsche jaarringen vormen. De prosenchym- (vezelweefsel) bundels zijn afgezonderd van de spiroïdegroepen, zijn hoornachtig, breeder dan de mergstralen. Het merg is zeer dun en achthoekig. Het bast-parenchym en de mergstralen van den bast zijn hunne roodachtig witte kleur verschuldigd aan een kristalmeel, dat de cellen van dit weefsel geheel en al vult. Ook de mergstralen van het hout en in mindere mate het houtparenchym , bevatten kristallen, doch zelden het bovenvermelde met een groote menigte , slechts bij zeer sterke vergroeiing als kristallen te onderkennen kristalmeel, maar meestal afzonderlijke, grootere, die de cel bijna geheel aanvullen en deels enkele prismatische, deels tweelingkristallen vormen , welke op gips duiden. Amylum is slechts weinig voorhanden. Zoo als uit de analyse van Ziu rek (zie Tijdschrift voor wetenschappelijke pharmacie 1861, No. 3, p. 94) blijkt, trekt de groote hoeveelheid inde asch gevonden koolzuren kalk (88,50) zeer de aandacht. Het is namelijk bovengenoemd kristalmeel, dat uit oxalas calcicus bestaat en dat het bast-parenchym en de mergstralen opvult en daaraan de rood-

190