monia onvolkomen zijn en men zou er phosphas uatricus moeten bijvoegen , om de rest er van te praecipiteren.
Alumirdumzouten. Bij aanwezigheid vaneen groeten overvloed van oxalas ammonicus wordt de alumina niet onmiddellijk door ammonia en sulphuretum ammonieum geprecipiteerd , maar na verloop vaneen zekeren tijd, naar de hoeveelheid die er in is, wordt zij , vooral met behulp van warmte gepraecipiteerd. Men kan zelfs, als men met phosphas aluminicus te doen heeft, in deze oplossing het acidurn phosphoricum dooreen magnesiazout onderkennen, ofschoon deze wijze niet is aan te bevelen, want alsdan zal zich weldra ook alumina precipiteren , zoodat het acidurn oxalicum voor de zouten van alumina, slechts voor weinig tijd, de rol van het acidurn tartaricum speelt. (Cosmos 25 Janvier 1861). Beschrijving van het Anacahuit-hout; door Dr. Otto Berg. Ofschoon wij nog niets «naders weten omtrent de botatanische afkomst van het Anacahuithout, zoo vermoedt Otto Berg uit de anatomische structuur van dit hout, dat het afkomstig is vaneen boomachtige Leguminosa, Deze kruidkundige geeft de volgende uitvoerige en naauwkeurige beschrijving van dit hout; Het komt voor in cilindrische stukken vaneen diamater van 2 tot 4% duim , welke zich inde lengte gemakkelijk laten splijten. Deze zijn nog met de schors bedekt, vrij zwaar, reukloos, bijna smakeloos en doorgesneden van eene lichte kleur. De takstukken bezitten een exentrisch merg en hiermede komen ook overeen dein het hout, bast en schors zeer ongelijke stralen. De schors aan een stuk van circa twee duim diameter was aan de eene zijde %w en aan de tegenovergestelde 2"' dik, zwarnmig op het aanvoelen, diep en bijna netvormig gegroefd , schubbig, hier en daar voorzien met een wit mos»beslag , waarop goed waar te ne-
189