vloed van ammonia bijgevoegd, neemt het vocht eene roodachtige kleur aan. (Giornale di farmac. en Journal de Pharm, d'Anvers Février 1861.)

Over de zuivering van aether aceticus, door Engelhard t. Men zuivert de azijnether van water, azijnzuur en alcohol, door ze te neutraliseren met gebrande magnesia , vervolgens met zijn volumen water te vermengen en eindelijk zoo lang keukenzout bij te voegen tot dit niet meer opgelost wordt. Wanneer na schudding niets meer wordt opgenomen, laat men ze in rust, waardoor twee lagen ontstaan, waarvan de onderste eene oplossing is van het keukenzout in slappen alcohol en de bovenste zuivere en bijna watervrije aether aceticus, van eene densiteit van 0,89. Men heeft ze dan slechts af te gieten, daar eene rectificatie overbodig is. (Zeitschr. fur Chemie en Journal de Pharmacie d’Anvers Février 1861.) Over den myronas kalicus der zwarte mosterd; door H. Ludwig en W. G. Lange. Men weet dat het zwarte mosterdzaad geene gevormde vlugge mosterdolie bevat, maar dat deze zelfstandigheid ontstaat door de werking van myrosine en water op een bijzonder zout, de myronas kalicus. Om dit zout in kristalvorm te bekomen, trekt men eerst de mosterd tweemaal uit met alcohol van 80° O. en vervolgens nog twee malen met koud water. De myronas kalicus is dan inde waterige uittreksels vervat. Deze worden tot siroopdikte en het overschot met behulp van warmte met slappen'jalcohol behandeld. 'Het vocht wordt door bekoeling j troebel, waarna

186