van potassa caustica, Wolk vocht men trouwens bezige, zoo is het noodig, dat men er van tijd tot tijd den titer van hepale.
Beproeving van het zwavelzuur. De honderddeelige titer T van het zwavelzuur zal door de volgende formule worden aangegeven, door inde formule 612,50 voor de waarde van e te stellen: T=loo x ISS x T'= 100 xF' Yoor de proef van het zwavelzuur volgens Violette neemt men met de gegradueerde pipet 10 C 0 normaal zwavelzuur, bevattende 1 gram acidum sulphuricum monohydratum, bij de temperatuur van 15° O.; men giet dit in het praecipiteerglas en voegt er eenige droppels lakmoestinctuur bij, tot dat het vocht schoon rood gekleurd wordt. Nu vult men de gegradueerde burette met de oplossing van saccharas calcicus of met potassa ; men giet de alcalische vloeistof droppel voor droppel in het zwavelzuur; onder gedurige omschuddmg van het vat; langzamerhand wordt het vocht rooskleurig en gaat dan , zoodra de verzadiging volbragt is in blaauw over. Dan leest men op de burette het aantal gebruikte verdeelingen af. Stel dat dit 53 zij. 10 C O normaal acidum sulphuricum zijn alsdan verzadigd door 53 C O der alcalische oplossing. In eene tweede bewerking weegt men 50 gram zwavelzuur dat men wil beproeven, giet die in het proefglas op voet van 500 CC en voegt er water bij tot ongeveer 1 centimeter onder de streep. Men schudt om en, als de temperatuur van het mengsel, welke eerst stijgt, tot 15° gedaald is, voegt men genoeg water bij om 500 OO of eene halve liter vocht te bekomen. Men neemt alsdan met de pipet 10 C C van deze oplossing, bevattende 1 gram van het te onderzoeken zuur; men giet het in het praecipiteer-vat, doet er eenige droppels lakmoestinctuur bij en verzadigt het zuur met het getitreerde alcalische vocht, even als inde voorgaande bewerking. Men noteert het aantal verbruikte verdeelingen. Stel dat dit getal gelijk is aan 48,50. Men
149