bij de bekoeling der waterige oplossing heeft afgezonderd, werd weder in absoluten alcohol opgelost. Bij verdamping dezer oplossing bleef eene groene glinsterende massa terug , welke als de zuiverst mogelijke kleurstof te beschouwen is. De schrijver heeft deze massa geanalyseerd en is daardoor tot de formule C3G Hn N3 02 gekomen. De anilin-violet bezit de eigenschap zich zonder tusschenkomst vaneen mordant met de vezelstoifen te verbinden. De boomwol neemt deze kleurstof slechts dan duurzaam op, als men ze vooraf met een organisch bijtmiddel behandeld heeft. Zwaveligzuur en in ’t algemeen alle reductiemiddelen werken zelfs bij langdurige behandeling niet op anilin-violet. Door inwerking van sterk zoutzuur of zwavelzuur gaat het in blaauw over, doch het violet komt gemakkelijk weder te voorschijn. Stelt men eene met anileïn gevormde drukproef aan de inwerking van dit zuur bloot, zoo wordt zij blaauw, maar reeds bij enkel wasschen met water komt de violette kleur weder met al zijn kracht te voorschijn. Men kan door deze eigenschap het anilin-violet van het orseille-violet onderscheiden , daar dit onder dezelfde omstandigheden rood wordt. Chlorium en salpeterzuur ontleden het anileïn-violet, maar reductiemiddelen, bij voorbeeld sulphis natricus, brengen de violette kleur weder te voorschijn. Behandelt men de azijnzure oplossing der anileïn met loodsuperoxyde, zoo ontstaat een levendig opbruischen en de vloeistof neemt eene schoone roode kleur aan, overeenkomende met die der fuchsin. De anileïn wordt zeer levendig door chloras kalicus aangetast. Er ontstaat daarbij eerst een groen praecipitaat en men bekomt door langer inwerking blaauw. De vloeistof, waaruit zich de groene zelfstandigheid heeft afgezonderd is bruin; als men papieren of boomwollen stof daarin dompelt en daarna aan de lucht blootstelt, zoo neemt zij eene donker groene kleur aan. Anilinrood. Wanneer men de anilin met zekere watervrije metaalchloriden en wel met tinchlorid of kwikchlorid of een mengsel van dit laatste met tin behandelt, zoo bekomt men oogenblikkelijk eene schoone roode massa, welke bij koking
146