genoemde verbinding in zwarte kristallen af. Deze verbinding lost op in alcohol en ether en is bestendiger dan de vorige. Zij verdraagt, zonder veranderd te worden, de koking met potaschloog. {Transact, of the royal Soc. of Edinhourgh en Chemisch Central Blatt 1861, No. 5.) Over de uit de anilin ontstane kleurstoffen; door Eduard Willm, te Mühlhausen. Anileïn. Men bekomt de anileïn of het anilin-violet, ook indisin genoemd, zoo als bekend is, door inwerking van verschillende oxydatie-middelen op anilin. De meest gewone gebruikte middelen zijn chlorkalk en bichromas kalicus. Bij inwerking van bichromas kalicus op zwavelzure anilin ontstaat eerst eene bruine zelfstandigheid , welke verwijderd wordt door Hgte steenkool-teerolie of zoogenoemde kool-naphtha , waarin zij oplost. De anileïn blijft daarbij terug, doch is nog met hars vermengd. Men kan, ten einde de kleurstof zuiver te bekomen, het harsig mengsel met water of zeer slappen alcohol koken, waarbij de violette kleurstof oplost, terwijl de hars onopgelost blijft. Als men deze behandeling eenige malen herhaalt, bekomt men de anileïn bijna geheel van hars bevrijd. De anileïn zondert zich bij bekoelen af als een amorph poeder en men begunstigt deze afzondering, door bij de waterige vloeistof koolzuren natron te voegen, daar de anileïn geheel onoplosbaar is in eene geconcentreerde oplossing van dit zout. Men bekomt zeer weinig zuiver anileïn; deze bedraagt gewoonlijk slechts 4 tot 5 pCt. van het gewigt der gebruikte anilin, waaruit de hooge prijs van deze kleurstof verklaard wordt. De voornaamste oplosmiddelen der anileïn zijn alcohol en azijnzuur; volgens Gros-Benard lost ook glycerine de kleurstof zeer goed op. Het zwartachtige poeder, dat zich 111 S., 3 J. 10

145