2. lets over de groene kleur der cajaput-olie en de wijze v, aarop men de vervalschingen van eenige inden handel voorkomende cajaput-olieën kan aantoonen.

Eeeds ten jare 1849 heeft het Tijdschrift voor Wetenschappelijke Pharmacie een belangrijk stuk aan dit onderwerp gewijd, en volgens de verschillende meeningen vaneen Pereira, Thunberg, Pfaff en G-uibourt, schijnt men het omtrent de ware kleur van echte cajaput-olie nog niet eens te zijn, ofschoon de Pharm. Neerl. opgeeft, dat de uit Indië verkregen olie, kleurloos of geelachtig is; wij zouden dus vreezen den lezers van dit Tijdschrift „oude kost” op te dissehen, ware het niet dat de jongste onderzoekingen van den bekwamen Deenschen Apotheker Benz on, van wien wij het onderstaande ontleenen, o. i. belangrijk genoeg waren om er den Hollandschen Pharmaceut nog eens bij te bepalen. Wij lezen alzoo inde Porhandlinger ved de Skandinavische Haturforskeres Syven de Mode: De groene kleur der cajaput-olie heeft zijn oorsprong steeds in opgelost koperzout, (dat waarschijnlijk is toe te schrijven aan de bij de destillatie gebezigde koperen destilleerketels,) waarvan ik mij op verschillende tijden overtuigd heb, door herhaalde proefnemingen op olieën, deels direkt uit Oost-Indiën, deels via Holland of via Engeland ontboden, waarbij zij allen door omschudding met eene ferro-cyankalium-oplossing en in rust stelling, hunne groene kleur verloren en geheel kleurloos over het met koper bezwangerde bruine sediment vloeide. Eenige cajaput-olieën, die inden Duitschen handel zijn voorgekomen, hebben een geheel ander resultaat opgeleverd, en alzoo de bewering gelogenstraft, dat de groene kleur een bestendig kenmerk voor de echte olie is, maar deze olieën wier groene kleurstof phytochloor is zijn, óf gedeeltelijk óf ge-

132