UITTREKSELS UIT BINNEN- EN BÜITENIANDSCHE TIJDSCHRIFTEN,
Chemie, pharmacic, pharmacogiiosle. Onderzoekingen omtrent de suikerstof inde zure vochten, hare oorsprong, natuur en omzettingen; door H. Buignet. I. Natuur der suikers. De schrijver heeft de betrekkelijke bepalingen van de natuur der suikersoorten der drie verschillende wijzen bekomen : 1. door de gisting, 2. door middel van het proef vocht van Eehlingen 3. door de optische eigenschappen waar te nemen. Door de eerste methode leerde de schrijver de geheele voor de gisting vatbare hoeveelheid suiker kennen, zonder onderscheiding van geslacht of soorten; door de tweede werd hij bekend met de betrekkelijke hoeveelheid der twee soorten van suiker, de herleidende en niet herleidende of hetgeen hetzelfde is van de kristalliseerhare suiker en de glycose. Eindelijk was hij in staat door de derde methode zelfs de soort van suiker te kunnen onderkennen. De waarneming van de optische eigenschappen bezit eene buitengewone waarde, dewijl zij het eenige zekere middel is om de verschillende soorten vaneen zelfde suikergeslacht te bepalen. Het geslacht glucose bij voorbeeld, omvat een groot aantal soorten die alle dezelfde zamenstelling en dezelfde scheikundige eigenschappen bezitten , maar die inderdaad van elkander verschillen door hunne verschillende werking op het gepolariseerd licht. Zoo ook kent men onderscheiden soorten van kristalliseerhare suikers, die allen dezelfde zamenstelling Cl2 Hn Ou bezitten en die zich allen op dezelfde wijze verhouden tegenover alcaliën en het suikerproefvocht van