plantencellen, maar is afkomstig van de oppervlakte der vruchten waaruit het sap geperst is, waarop zij als een beslag van bekende zwammen, zoo als Oïdium, Monilia, Torula enz. gemakkelijk kan onderkend en met de punt van een mes afgeschraapt worden. Laat men, onder de vereisehte voorzorgen, dit schaafsel met een’ droppel water kiemen, zoo vindt men reeds na verloop van 24 uren eene groote menigte jonggevormde gistcellen, welke niet verschillen van die van gistend druivenensap. Zoo als te begrijpen is, worden zulke zwamcellen, waaraan in suikerbevattende vloeistoffen gebragt, zich jonge cellen aanzetteu en alzoo gist vormen, in plaats van draden te doen ontstaan , zoo als zulks gewoonlijk plaats heeft bij onmiddelijke aanraking met de lucht, niet alleen op de vruchten van ooftboomen afgezet; de wind verspreidt deze in myriadental voorkomende plantjes overal heen, en het is elders aangetoond geworden, dat de vruchtstelen der druiven sterker opwekkers der gisting zijn, dan de vruchten zelven. Wanneer men door sterk en aanhoudend schudden van een met suiker vermengd, voor gisting vatbaar vruchtsap, bij voorbeeld uit kruisbeziën, welk vocht men met 2 volumina water zoo verdund heeft, dat iedere zwam-eel gemakkelijk aan de oppervlakte der kolom vloeistof stijgen kan, zoo zulks noodzakelijk geschieden moet, wegens hun gewoon gehalte aan lucht, zoo ontstaat geene gisting in het inwendige der vloeistof, maar wel schimmel op hare oppervlakte. Ook de biergist is oorspronkelijk van de meest gewone schimmelzwammen; men kan ten minsten met hunne sporulae (zoo als Ascophora en Penicillium) gisting verwekken en bij geschikte behandeling gist voortbrengen, terwijl men ook in gunstige gevallen uit de biergist zelve deze draadzwammen weder kan doen ontstaan. Doch het is voor de vorming van vruchtdragende vertakkingen steeds noodzakelijk, dat de vegetatie niet inde diepte eener vloeistof, maar inde onmiddellijke aanraking der lucht plaats grijpe. Brengt men met brandzwammen voorziene groene rozebladen, zoo als die in het midden van den zomer zoo dikwijls voorkomen, in eene

76