tig gekleurde prismen, welke in gedaante en verhouding op allantoïn gelijken. Zij lossen in heet water gemakkelijker op dan in koud, alsmede in kokenden alcohol. De waterige oplossing wordt gepraecipiteerd door nitras hydrargyricus. De zilververbinding werd bekomen inde eigenaardige witte microscopische bolletjes. Er had daarbij eene beduidende zilver-reductie plaats, waarvan de oorzaak echter bij de geringe hoeveelheid stof niet op te sporen was. Door ontleding der zilververbinding met zwavelzuur en omkristallisering uit kokenden alcohol, werd zij in volkomen witte kristallen bekomen. Hare vroegere kleuring was afkomstig vaneen geel amorph ligchaam, welks natuur niet nader kan worden nagegaan. De van allantoïn afgezonderde vloeistof gaf bij verdere verdamping eene overvloedige hoeveelheid- ureum, die door vorm en verhouding geconstateerd werd. Allantoïn en ureum worden, zoo als men weet, ook door inwerking van bioxydum plumbi op acidum uricum gevormd, doch daarbij tevens acidum oxalicum, dat de schrijver echter hier niet vond. Mogelijk wordt dit spoedig verder geoxydeerd. Allantoïn werd door ozon niet veranderd. AUoxan evenmin. Kreatin evenmin, ofschoon in ’tbegin eene geringe inwerking scheen plaatste grijpen. Kreaiinin, Ozon werkt hierop, ofschoon niet zeer levendig in. De alealische reactie der oplossing verdwijnt en bevat eindelijk geen kreatinin meer. De ontledings-producten konden wegens de geringe hoeveelheid stof niet naauwkeurig bepaald worden. Er schijnt hierbij een zuur en kreatin gevormd te worden. Leucin. De inwerking heeft geen of in geringe mate plaats. Alhumin. De oplossing werd door de invoering van een’ langzamen stroom geosoniseerde lucht troebel en roodachtig gekleurd bij opvallend licht; bij doorvallend licht was deze kleur groenachtig geel. Het schuim der vloeistof wordt weldra vermengd met tal-

72