als onbruikbaar afzonderen, terwijl de Pruisische en Deensehe toestaan, dat een gedeeltelijk ontleede gebrande aluin wordt gebruikt, daar zij voorschrijven, dat het praeparaat bijna geheel in water moet oplosbaar zijn (1). De temperatuur welke moet aangewend worden, wordt door geen eene pharmacopoea voorgesehreven. Alle echter schrijven potasch-aluin ter bereiding voor. Deze aluin is inden Amerikaanschen handel vrij zeldzaam. De ammoniak-aluin bezit echter uiteen geneeskundig oogpunt beschouwd , gelijke werking en daar de laatste veel goedkoper is, zoo kan deze met voordeel daarvoor gebruikt worden. Ook de ammoniak-aluin verliest door hitte zijn kristalwater, doch wordt gemakkelijker ontleed, door het verliezen van zijn zwavelzuur en ammoniak-gehalte, dan de potasch aluin, zoodat het noodzakelijk is, op eene bepaalde temperatuur, de verhitting te bewerkstelligen. In eene afgewogen porceleinen schaal ineen zandbad geplaatst, werd ammoniak-aluin gedurende 3 uren op eene temperatuur van 121° C verhit en verloor 33,3 pCt. aan gewigt; het praeparaat was zwaar en niet bevredigend. 2. Ammoniak-aluin gedurende 2 uren aan eene temperatuur van 177° C blootgesteld, verloor 44,4 pCt. en liet eveneens eene zware, doch witter massa terug. 3. Potasch-aluin werd bij 121° C gesmolten. Toen hij weder taai geworden was, werd de hitte verhoogd op 165° C. Na verloop van 2 uren hadden 6 drachmen aluin 140 grein in gewigt verloren. In stukken gebroken werden na een half uur verhitting nog 3 grein uitgedreven; de massa tot poeder gebragt zijnde verloor nogmaals na een half uur verhitting 8 grein. Het product was grijs van kleur en zwaar. 4. Potasch-aluin werd gedurende 2 uren op 177° C verhit, 6 drachmen verloren 158 grein aan gewigt; tot poeder gebragt en nog gedurende een uur verhit, bedroeg het gewigtsverft) De Pharmacopoea Neerlandica zegt: wSal recens praeparatus in aqua insolubilis est. Per longum tempus aëris vim expertos in aqua solvitur.**

58