opsomming Overbeck (S. 468) nog met eenige andere etherische oliën vermeerderde.
Om de ruwe olie te zuiveren, werd deze met de zesvoudige hoeveelheid water gerectificeerd , de met water overgekomen olie hiervan afgezonderd en met chlorcalcium geschud. De op deze wijze behandelde olie was wel volkomen kleurloos en watervrij, maarde reuk bleek in het geheel niet fijner geworden te zijn. Zij draaide het polarisatievlak 16° links bij 20“ Q. en bij eene lengte der kolom vloeistof van 25’ centimeters. Voor de nadere onderzoeking werd een gedeelte der ruwe olie ineen droog kolfje met kleine stukjes potaschhydraat gebragt en onder gedurig omschudden, goed gekurkt, gedurende eènige dagen met elkander in aanraking gelaten. Bij deze behandeling werd de olie een weinig donker geel en de stukjes potassa werden met eene dikke harsachtige massa overtogen. De olie werd hiervan bevrijd ineen ander droog kolfje en aan de inwerking van blank metallisch kalium, gedurende eenige dagen, blootgesteld. De vloeistof werd daarbij steeds donkerder van kleur en ook veel dikker. In ’t begin ontwikkelde er een weinig waterstofgas , welke gasontwikkeling echter weldra ophield. Hierna werd de -niie van de bijna volkomen blank gebleven stukjes kalium ineen klein retortje, ineen oliebad verhit en ineen atmospheer van watervrij koolzuur gedestilleerd. Het destillaat was geheel kleurloos, zeer dun vloeibaar en rook niet meer zoo aangenaam als de ruwe olie. De analyse met koperoxyde ineen stroom van zuurstof, gaf als resultaat op 100. I. 11. C 83,97 C 84,21 H 11,67 H 11,60 O 4,36 O 5,10 100,00 100,00. Er bleef inde retort een dik bruin, geleiachtig, harsachtig ligchaam terug. Het schijnt alzoo, dat het kalium slechts een gedeelte de
44