gebruikt wordt, uit Pinus Pumilio gewonnen wordt, waarna zij alzoo identisch zou zijn met de door den schrijver onderzochte olie; maar Dr. Elückinger is door naauwkeurige waarneming te weten gekomen, dat men de genoemde olie, ten minste die welke in Zwitserland in eenige afgelegene zijdalen van Emmenthall en in Oberaargau in niet onaanzienlijke hoeveelheid gewonnen wordt, niet uit de Pinus Pumilio H., maar uit de Abies pectinata De Cand. en wel uit de kegels en niet uit de takken en naalden van dezen boom gedestilleerd wordt. De etherische olie van Pinus Pumilio onderscheidt zich door een’ zeer aangenamen balsamischen reuk , welke zeer onderscheiden is van den gansch niet aangenamen reuk der terpentijnolie. Zij herinnert volkomen aan den reuk der versche dennetakken en naalden en alzoo ook aan die, welke zulk een’ verkwikkenden reuk verspreiden , wanneer men zich in het voorjaar ineen pijn- of dennenbosch bevindt. Deze olie verdient om zijn verkwikkelijken reuk inde geneeskunde in al die gevallen aangewend te worden, waarin men tot nog toe de terpentijnolie gebruikt heeft, en vooral zou zij zeer doelmatig kunnen aangewend worden tot inwrijving. De schrijver vond het soortelijfc gewigt der ruwe olie bij 17°C. = 0,893. Zijn kookpunt bij de gewone drukking der lucht was 152°C. De inwerking van iodium op deze olie is op verre na niet zoo heftig, als op terpentijnolie , want daar een weinig van deze laatste op iodium gebragt, tot koken toe verhit wordt en de daarbij uitgestoten dikke dampen, met den bekenden iodium-reuk, ook een eigenaardigen, niet onaangenamen reuk verspreidt, en ook de kleur der vloeistof van bruin in groen overgaat, verwarmt zich de eerste op gelijke wijze behandelt, slechts onbeduidend, ontwikkelt weinig damp , welke slechts naar iodium en de gebruikte olie ruikt, terwijl de vloeistof de bruine kleur des iodiums, die zich daarin oplost, behoudt. Even als de terpentijnolie bezit ook de olie van Pinus

42