A. 2. Van de overige bestanddeelen op blz. 6 genoemd, komt de kleverige stof bet meest met de ophioxyline overeen, zoowel wat de oplosbaarheid, als de verhouding tegenover scheikundige agentia aangaat. Na lang bewaren ineen gesloten flesch, scheiden zich aan de oppervlakte naalden van ophioxyline uit. De wijze van afscheiding der kleverige, nog niet nader onderzochte stof, sluit de mogelijkheid van bijgemengd ophioxyline niet uit, en moet daaraan misschien de verhouding tegenover scheikundige agentia en de latere afscheiding van kristallen worden toegeschreven. A3. De riekende stof, gaat bij het omkristaliseeren van de ophioxyline allengs verloren, en is dus óf eene vluchtige olie óf een ander gemakkelijk ontleedbaar bestanddeel van den wortel. Yan de overige stoffen is B (de zwartbruine hars) oplosbaar is in spiritus en wordt verkregen door het spiritueus extrakt met koud water te behandelen, waarbij zij terug blijft. In kokend water lost zij een weinig op, en deelt aan deze oplossing den scherpen smaak van ophioxyline mede. Zij is onoplosbaar in chloroform en in petrol aether, oplosbaar met donkere kleur in ammonia, gedeeltelijk oplosbaar in alcaliën. Met zwavelzuur wordt zij zwartgroen; bij verwarming indigoblauw; met salpeterzuur geelbruin, dan roodbruin, bij verwarming rood. C Dein de poeleh padak aanwezige tannine praecipiteert eiwit, gelatine en alkaloïden en kleurt ijzerchloride donkerbruin. Zij schijnt zeer snel te oxydeeren, en is de waarschijnlijke oorzaak, dat gedurende het indampen van de heldere oplossing van het extrakt in water, zich telkens een donkergekleurd en in water onoplosbaar vliesje afscheidt.
19