Het komt mij intusschen waarschijnlijk voor, dat ophioxyline behoort tot de aromatische lichamen, en waarschijnlijk bestaat uiteen kern, waarin een of meer waterstofatomen, door substitueerende groepen zijn verplaatst. De werking op ingewandswormen onderzocht ik niet. Op de gewone aardworm (Lumbricus terrestris) werkt poeleh padak snel doodelijk. Vaneen aftreksel van den wortel met koud water (1 :20), werd een paar cM3. op den bodem vaneen ruim bekerglas gegoten, en daarin een goed ontwikkelde aardworm gelegd, zoodanig, dat het dier voor de helft door het aftreksel werd bedekt. Na een klein half uur was het gestorven. Dat werkelijk de ophioxyline als de oorzaak van den dood mag worden beschouwd blijkt uiteen tweede proef, waarbij een paar cM3 der oplossing van ophioxyline in koud water (1 : 3280) werd gebezigd. Onmiddellijk scheidde het daarin gelegde dier eene overvloedige hoeveelheid slijm af, doch was binnen een kwartier dood. Ik maakte boven melding van overeenkomst met juglon. Inderdaad komt deze stof in menig opzicht met ophioxyline overeen; overeenkomst en verschillen volgen hier ter vergelijking. Juglon. (1) Ophioxyline. Dunne geelroode prisma’s of Evenzoo. naalden. In chloroform zeer gem. oplosbaar. „ In warme acet. glaciale gem. „ Bij gew. temp. gem. oplosbaar. In konden alcohol weinig „ 1:31 oplosbaar. In aether en petrolaether weinig „ Tamelijk gemakkelijk oplosbaar. (1) Ber. der Deutschen Chem. Ges. XVIII. 204. Ueber das Juglon A. Berntsen en A. Semper. 2

17