waarbij voor de eerste oplossing nog een weinig donkere stof wordt teruggehouden. De bij bekoeling afgescheiden kristallen worden nog een paar malen omgekristalliseerd. De opbrengst is gering; 2 kilogram tamelijk fijn poeder gaven, nadat dit ineen circulatie-apparaat met chloroform volkomen was uitgetrokken, 6,26 gram ruwe ophioxyline, waarvan 2,766 gramm. zuivere ophioxyline werd verkregen. Bij eene andere gelegenheid was de opbrengst per kilo iets meer en bedroeg 4,8 en 4,63 gram onzuivere ophioxyline , waarvan de opbrengst aan zuivere bijna 4 gramm. bedroeg. In het geheel had ik ruim 6 gramm. ter mijner beschikking. De ophioxyline kristalliseert in fraaie oranjegele kristallen, die door mijn collega prof. dr. C. E A. Wichmann met de meeste bereidwilligheid kristallographisch werden onderzocht, even als die van de later te vermelden koperverbinding. Ik betuig hem daarvoor openlijk mijn hartelijken dank. De kristallen behooren tot het tetragonale stelsel, zijn naaldvormig, met goed ontwikkelde prismavlakken en met zeer scherpe, hoewel minder duidelijk ontwikkelde pyramidevlakken. De kristallen waren te klein voor goniometrische bepaling, doch bleken ook bij het mikroskopisch onderzoek chemisch zuiver te zijn. Zij zijn volkomen basisch splijtbaar, zeer sterk pleochroïtisch, van lichtbruingeel- tot kastanjebruin ; de uitdooving is evenwijdig met de hoofdas. De smaak der ophioxyline is scherp brandend , overeenkomend met dien van den wortel; zij kleurt de huid helder geel, welke kleur allengs donkerder wordt en eindelijk in zwartbruin overgaat. Noch door zuren,

9