afmeting der doorsnede van den bast verdubbelt zich, en het geheele schijfje verkrijgt een zuiver ronden vorm. Yan de bestanddeelen was vooralsnog niets bekend dan alleen eene mededeeling in Dymock (1), „dat het binnengedeelte van den bast bestaat uit parenchymcellen, die rijk zijn aan zetmeel, terwijl het hout ook merkwaardig rijk aan zetmeel is”. De door mij onderzochte wortel bevat noch in het hout, noch inden bast zetmeel. De korrelige inhoud der cellen, doet bij oppervlakkige waarneming daaraan denken, lodium kleurt echter geen enkele cel blauw, wel den houtcilinder roodachtig geel. De wortel wordt (2) gebezigd inwendig als middel tegen slangenbeten, koliek, cholera, lintworm; uitwendig tegen schurft. Ook Europeanen dienen het middel vooral met goed gevolg toe aan paarden, die aan ingewandswormen lijden. Hoewel het onderzoek nog niet als afgeloopen kan worden beschouwd, wensch ik de verkregen uitkomsten nu reeds mode te deelen, en hoop die later te kunnen aanvullen. Bij behandeling van het poeder met de verschillende oplosmiddelen (water, spiritus, aether, petroleum-aether enz. enz.) wordt de vloeistof meer of minder donker geel gekleurd, ten gevolge van eene inden wortel voorkomende gele stof, waaraan zoo niet uitsluitend waarschijnlijk toch hoofdzakelijk de geneeskrachtige werking moet worden toegeschreven. De door langdurig bewaren ineen flesch met kalk (1) 1. c. 506. (2) Bisschep Grevelinck: Planten van Nederlandsch-Indië 1883, blz. 621. v.d. Burg de geneesheer in Nederlandsch- Indië 3e deel 126.
5