padak of poeleh pandak niet dezelfde wortel wordt bedoeld als ten tijde van Rumphius. Dymock noemt insgelijks den smaak zeer hitter en den reuk scherp. Ook Bisschep Grevelink (1) spreekt van poele padak of Akkar tikoes als vaneen bitteren wortel, terwijl v.d. Burg (2) Akar tikoes of poeleh Pandak van Ophioxylon trifoliatum doet afstammen doch ook onder den naam Poeleh (3) pandak den wortel van Ophioxylon serpentinum verstaat. (4). Deze beschrijft den wortel als wit met een donkergrijzen bast bedekt, zoodat wellicht een geschilde (witte) en ongeschilde (grijze) voorkomen. Het gebruik dat Dr. V.d. Burg voor dezen wortel aangeeft als laxeermiddel en wormdrijvend middel bij paarden, komt volkomen overeen met het gebruik, dat van den wortel gemaakt wordt, die mij door de welwillendheid van den heer H. I J. Wol f, thans apotheker te Cheribon werd verstrekt, waarvoor ik hem zeer erkentelijk ben. Zoodra ik inde gelegenheid ben mij een tak van de bloeiende plant te verschaffen, kan het blijken of de wortel dien ik onderzpcht, dezelfde is als door de verschillende hierboven aangewezen schrijvers is bedoeld. Ik meende om verwarring te voorkomen, de uiteenloopende beschrijvingen , die onderling en ook van mijne bevinding, voor een denzelfden naara drageuden wortel afwijken, kortelijk te moeten vermelden. (1) Planten van Nederlandsch-Indie, bruikbaar voor handel, nijverheid en geneeskunde 1883, blz. 621. (2) Ur. C. L. V.d. Burg de geneesheer in Ned. Indie, 3de deel 12C. (3) Poeleh of Poele beteekent evenals Akar of Akkar, wortel. (4) I. c. blz. 679.

3