OORSPRONKELIJKE MEDEDEELTNGEN.

I. MBDEDEELINGEN UIT HET PHARMACEÜTISCH LABORATORIUM DER RIJKS UNIVERSITEIT TE UTRECHT: door Prof. Wefers Bettink. Over den wortel van Ophioxylon serpentinum (Poeleh padak). Onder den naam van Poeleh padak, zooals hij in het Soendaneesch heet, of Akkar tikoes zooals de maleische benaming luidt, komt in Indië voor de wortel van een halfheester, die tot de familie der Apocynëen behoort , en inde wetenschap bekend is als Ophioxylon serpentinum (L.), O. album (Gaertn.), of Rauwolfia serpentina. De wortel was reeds aan Rumphius bekend, die haar Radix Mustelae prima noemde, en wel ter onderscheiding van Rad. Must. secunda ruhra, welke van Ophioxylon trifoliatum afkomstig is (1). Deze plant heette aldus naar een soort van wezel, die wanneer zij ineen gevecht met vergiftige slangen gebeten werd, het vergif onschadeljjk zou maken, door van de bladeren dezer plant te eten. Toch schijnt onder den naam Poeleh Pandak (Tule Pandac) zoo als Rumphius den inlandschen naam opgeeft (2) niet altijd dezelfde wortel te worden ver(l) Miquel Flora Ind. Bat. II 404. (21 Rumphius Herbarii Ambon. Auctuarii Gap. 37. Pharm. Januari 1888. 1