het gelukte, ontwijfelbare colibacillen uit de gistende vloeistoffen te kweeken.

Daar het mogelijk was, dat, bij de minder nauwkeurige opvanging van het water der tweede bron, vermenging met oppervlaktewater had plaats gehad, werden nu in beide onderzochte bronnen ijzeren pijpen geslagen, tot ongeveer anderhalven nieter, en zoo water verkregen, dat in een flinken straal uitliep. Een paar dagen daarna had een nieuw onderzoek plaats. De buis in de tweede bron was in dien tusschentijd losgespoeld en voldeed niet erg aan zijne bedoeling, daar het meeste water er langs liep. De eerste bron daarentegen was zeer goed geïsoleerd.

Het aantal koloniën in 3 c.c. water bedroeg nu bij de eerste bron 2, bij de tweede 9. Er was dus een belangrijke verbetering vergeleken bij den vorigen keer.

Van de kleinere hoeveelheden op coli onderzocht water bleven die van de eerste bron alle steriel, die van de tweede ook, behalve een van de twee buisjes lactose-pepton, waaraan 1 c.c. water was toegevoegd, dat troebel werd. In 0.1 c.c. werd geen groei gevonden, ook niet in een buisje met 1 c.c. water in glucose-neutralroodbouillon. In de grootere buisjes van de tweede bron, 30 c.c. en meer water houdende, was in alle na 24 uur geen, maar na 48 uur wel gas gevormd, zoowel in die met glucose als in die met lactose als suiker. Hieruit werden echte coli geïsoleerd. Die van de eerste bron bleven alle vrij van gisting.

De eerste bron kan dus zonder reserve als uitstekend voor drinkwater worden betiteld. Haar debiet, ongeveer 8 L. per secunde, zou voldoende zijn voor het kampement.

De tweede bron geeft nog eene moeilijkheid in de beoordeeling. Het zeer kleine aantal bacteriën in het laatste onderzoek gevonden, en de betrekkelijk lange duur, die er noodig is eer de gasontwikkeling in suikerhoudende vloeistof optreedt, wijzen óf op een geringe verontreiniging, öf op een bijna afgeloopeu zelfreiniging- of filtratieproces.