Onderzoek van eenige Bronnen in Soekaboemi,

DOOR

Dr. Q. GRIJNS en J. Th. C. A. LEUSDEN.

Het vraagstuk der drinkwatervoorziening van het kampement der Gewapende Politie te Soekaboemi gaf ons aanleiding, een aantal bronnen in de buurt van Soekaboemi te onderzoeken, en het komt ons voor, dat de daar verkregen uitkomsten een publicatie wettigen.

Het kampement ligt aan den Vogelweg, ten noorden van Soekaboemi, niet ver van Selabatoe, en is dus door zijn ligging van zelf aangewezen op bronnen, die ten Noorden van den Vogelweg zijn gelegen. Soekaboemi is een waterrijke streek, waar de sawahs zich over een aanzienlijken afstand naar het Noorden uitstrekken. Daar het terrein sterk helt, en in de richting loodrecht op de hoofdhelling door glooiingen en ravijntjes doorsneden is, krijgen de sawahs niet alle op den zelfden tijd hun water, maar heeft een regelmatige afwisseling in de bebouwing met rijst plaats, zoodat bijna overal pas geplante rijst met bijna rijpe afwisselt. Daar het land goed geïrrigeerd is, is dus altijd een groot deel der heuvelruggen, of liever der eigenaardige richels, die het kenmerkende van de Indische vulkaanhellingen zijn, bevloeid. Het is noodig dit in het oog te houden bij de beoordeeling der bronnen, die men in dit terrein aantreft.

Gaat men hooger de helling van den Gedeh op, dan bereikt men de bovengrens der sawahs op ongeveer 5 of 6 paal ten Noorden van de plaats, natuurlijk niet volgens een rechte lijn, daar de sawahs zich in de lengtedalen verder uitstrekken, in verband met de mogelijkheid eener gemakkelijke bevloeiing. In deze overgangszöne bedekken de sawahs niet meer de ruggen en hellingen, maar vindt men die alleen in de diepten. In dit terrein treft men thee en andere