rood van kleur, ietwat hobbelig op enkele plaatsen. Van de maag is niets te zien. De dikke darm is door het atrophische vet heen gemakkelijk te zien, de dunne darmen liggen als matig uitgezette, grijze buizen bloot. Het net is naar de rechterzijde omgeslagen, ligt daar naast colon ascendens en coecum, bevat veel pigmenthoopjes. In de buikholte is geen vocht aanwezig.
Links staat de koepel van het diaphragma op de ribkraakbeengrens in de 4e. intercostaalruimte, rechts is de stand niet te bepalen, doordat de rechter leverkwab met het diaphragma is vergroeid. De linkerkwab is vrij.
Nadat de weeke deelen van den thorax zijn losgepraepareerd, valt terstond op, dat de spieren aan de rechter thoraxhelft vuilgroen verkleurd zijn. Deze verkleuring ontbreekt aan de linkerzijde.
Bij het openen van den thorax verspreidt zich een doordringende stank.
In de rechter borsthelft ligt de long samengevallen, echter nog naar boven gehouden door enkele, gemakkelijk verscheurbare vergroeiingen met den voorsten borstwand. Ze ziet er zwartgroen uit. Zoowel boven als onder de long ziet men bloed, dat donkerrood gekleurd is, echter met een groenen bijtint.
De linker long ligt 2 vingerbreedten van den thoraxwand teruggevallen, is vlekkig grijs en rood gekleurd, vertoont geen vergroeiingen met den borstwand. De pleuraholte bevat links geen vrij vocht.
Nadat het vocht uit de rechter borsthelft (± 800 c.c.) is verwijderd, ziet men op de pleurabladen, vooral tegen het diaphragma aan, een fibrineus beslag.
Het hartezakje bevat ± 50 c.c. bloederig, troebel vocht, waarin fibrinevlokjes drijven. Het hart is zoo groot als de rechter vuist van het cadaver. Op de voorvlakte bevindt zich een groote, verschuifbare peesvlek, daarop en daarnaast ziet men een fibrine-beslag, dat zich ook bevindt op het