te voelen. Er bestaat een lichte pharyngitis. Men vindt multiple gezwollen lympheklieren in cubiti en nuchae.

25 April. Leverpuncties leveren geen resultaat op.

5 Mei. De schouderpijnen zijn verdwenen, de intercostaalruimten zijn onpijnlijk bij druk.

9 Mei. Patiënt gevoelt zich gezonder. Wassermann'scIic reactie positief. Ther: Jod. kal.

20 Mei. Salversan ingespoten, intraveneus, bij kleine dosis (0.3).

18 Juni. Patiënt krijgt herhaaldelijk eigenaardige krampaanvallen, bestaande in klonische krampen gepaard met lichte stoornissen in het bewustzijn. Geen tongbeet, geen paresen of paralysen.

26 Juni. Bij de genoemde aanvallen krijgt patiënt ook waanideeën. Hij weigert zijn voedsel, zegt dat het eten vergiftigd is. De beenen zijn oedemateus. Patiënt wordt door de neussonde gevoed. De urine bevat veel eiwit.

2 Juli. Patiënt blijft nog steeds angstig, meent dat de medicus hem vergiftigen zal, uit wraak, omdat hij (patiënt) den vader van den dokter zou hebben vergiftigd.

3 Juli. Patiënt is wat meer georiënteerd. Hij geeft bloederig slijm op; bij onderzoek worden hierin geen tuberkelbacillen gevonden. De krampaanvallen houden op.

4 Juli. Haemoptoë.

6 Juli. Exitus.

De sectie geschiedde denzelfden ochtend te 10'/2 uur. Hieronder volgt het sectie-verslag:

Niet zwaar gebouwd, mannelijk Europeaan. Over het bovenste deel van de borst, ongeveer in het verloop van de claviculae, ziet men een krans van ongepigmenteerde, stralige lidteekens, gelegen in een gepigmenteerde omgeving. Op den schedel ziet men een ongepigmenteerd, onregelmatig lidteeken.

Bij opening van de buikholte blijkt de lever een handbreed onder den proc. xyphoides uit te steken. Ze is bruin-