sporadische gevallen. Daar de huizenbarrière nog niet geheel klaar was, werd ze tijdelijk aangevuld door een barricade van gegolfd plaatijzer, bij de voornaamste toegangswegen voorzien van rattenvrije poorten, die s nachts werden bewaakt. Daardoor werd de pestratteninvasie nog meer tegengewerkt. Daar echter deze barricade voor het verkeer nogal belemmerend werkte, werd ze, zoo gauw de huizenbarrière vergenoeg gevorderd was, weer weggenomen. Dit was 't geval in September 1912.
Het permanent rattenvrij-maken van de huizen bestaat in de eerste plaats in 't wegnemen van de vloeren en 't opvullen van de ruimte daaronder met teennacadam, waarop dan direct de planken neer worden gelegd, zoodat den ratten geen ruimte om te nestelen overblijft. Eventueele dubbele wanden worden verwijderd, komen echter zeer weinig voor, daar Cliineesche kamers bijna nooit „behangen" zijn op de manier van Europeesche woningen. Wat wel veel voorkomt in de nieuwere Cliineesche huizen zijn plafonds, een van buiten af ingevoerde nieuwigheid, die echter geenszins als een verbetering kan worden beschouwd. De ondervinding, opgedaan bij 't rattenvrij-maken van ongeveer 8000 huizen, heeft geleerd, dat deze zolderingen van de kamers op den beganen grond zeer gevaarlijk zijn, doordat ze een geliefkoosd verblijf voor de rattenfamilie's zijn en tevens onnoodig, omdat de verwijdering nooit tot noemenswaardige klachten aanleiding heeft gegeven. Wel werd er in sommige gevallen over geklaagd, dat stof door de reten van de vloer van de bovenverdieping viel, maar dit bleek bij nadere verbetering steeds te voorkomen. In't begin werden ook verwijderd de betimmeringen tegen de binnenzijde van het dak, de zoogenaamde „upper-ceilings", daar ook hier telkens ratten werden gevonden. Het wegnemen hiervan gaf echter tot meer bezwaren aanleiding, daar dikwijls regen en wind nu vrijen toegang hadden op de zolderverdieping; en in een klimaat, als dat van Shanghai, waar de winter ongeveer