1. De lichte verschijnselen zijn: enkele uren na de infusie 2 a 3 keeren dunne ontlasting. Rijstwaterachtige ontlasting na salvarsan-infusie heb ik niet zoo dikwijls gezien. Dat salvarsan dikwijls tot verhoogde darmperistaltiek aanleiding geeft, blijkt wel o.a. uit het feit, dat sommige militairen het salvarsan waardeeren als purgeermiddel.
Onaangenamer wordt het voor den patiënt, indien bij de diarrhee nog braken komt. Het braken en de diarrhee zijn gelukkig spoedig geweken. Ik gaf zoo noodig als medicament oxydum magnesicum; nooit opium.
Voorts heeft men medegedeeld, dat na salvarsantoediening (subcutane methode) de urinesecretie en het aantal polsslagen tijdelijk verminderd zijn. Ik heb deze verschijnselen na intraveneuse salvarsantoediening niet kunnen waarnemen, integendeel, de urinesecretie bleek veelal verhoogd. Het optreden van nephritis na salvarsan heb ik, uitgezonderd het geval van haemorrhagische nephritis bij mijn Wasserfehler, nimmer gezien. Het urineonderzoek, dat vóór elke infusie wordt verricht, zou bij mijne patienten al héél spoedig de nephritiden hebben doen vinden.
Vervolgens wordt patiënt soms na enkele dagen, meestal binnen acht dagen na de infusie, wat onlekker, krijgt hooge koorts en na eenigen tijd vertoont zich dan een herpes labialis of over het geheele lichaam een uitslag, dat aan scarlatina, morbilli of van der ScHEER'sche koorts kan doen denken, terwijl de koorts spoedig na het uitbreken van dien huiduitslag daalt. De differentieeldiagnose te stellen tusschen een van der ScHEER'sche koorts of koorts en daarna arsenikexanfheem na salvarsan-infusie, is dikwijls ondoenlijk. Het optreden van dit arsenikexantheem heeft ook al weer zijn goede zijde, want krijgt een fuselier zoo'n huiduitslag na salvarsan, dan is hij ervan overtuigd, dat zijn syphilis behandeld moest worden, want nu zijn „de vlekken naar „buiten geslagen!"
Wanneer ik U nog meedeel, dat gedurende eene infusie