Dat liet salvarsan intraveneus kan worden toegediend, is van groot practiscli belang voor eene behandeling en masse, zooals in liet Leger. Ik geloof, dat zoo wij deze applicatiemethode niet kenden en ons bepalen moesten tot subcutane öf intramusculaire injectie, menig militair de salvarsanbeliandeling zou weigeren, want wat „zure" gezichten ziet men al niet bij kwikinjectie's! En dan wat een personeel zou men moeten hebben om de „salvarsantumoren" weg te masseeren. Hoe geheel anders is het nu: door eene salvarsanpleister op de kwikwonde onderwerpt de militair zich aan de gecombineerde behandeling en slechts één verpleger is als helper noodig en dat bij ± twintig ingietingen per dag, zooals in het Militair Hospitaal alhier.

Het glaswerk van het instrumentarium moet van Jenaer glas vervaardigd zijn, daar andere glassoorten gemakkelijk silicaten aan de physiologische zoutsolutie kunnen afstaan. Deze silicaatverontreiniging kan koorts veroorzaken, evenals metaalbestanddeelen, zooals koper en lood, afkomstig van een destilleerapparaat. Treedt na de salvarsaninfusie onverwachts koorts op, dan moet het gedestilleerde water bacteriologisch, microscopisch en chemisch worden gecontroleerd. Men ontgaat zooveel mogelijk al deze moeilijkheden door het destilleerapparaat, de buretten en kolven van Jenaer glas te nemen.

Ik sprak daar juist van „onverwachte" koorts, in tegenstelling met die gevallen, waarbij men koorts na de infusie kan voorspellen. Het zijn v.n.1. die patienten, die met frissche, luetische huiduitslagen salvarsan krijgen zonder voorafgaande kwikbehandeling. Ze reageeren daarop met hooge koorts en sterk uitgesproken Jarisch-Herxheimersche reactie. Leidt men de behandeling in met enkele sublimaatinjectie's, dan bespaart men dien patienten enkele onaangename uren.

Voorts kan men bij het infundeeren de vloeistof te snel toevoeren, zoodat patiënt hyperaemische verschijnselen gaat