missen bij eene zoo uiterst slepende ziekte ais syphilis, die maar al te vaak het lichaam ondermijnt, zonder klinische afwijkingen te geven en den weg naar het krankzinnigengesticht effent?
Maar thans ter zake: Het zou onbillijk zijn van het salvarsan te verlangen, dat het een volkomen onschadelijk middel is, omdat wij nog nimmer over een onschadelijk antisyphiliticum beschikten. Wel mogen wij eischen, dat het nieuwe middel werkzamer en niet schadelijker is. Bovendien is het niemand minder dan Ehrlich, die zegt: „Die ganze Gescliichte der Arzeneimittellehre zeigt, dass es keinen einzigen Arzeneistoff gibt, der nicht bei gegebener Ueberempfindlichkeit einmal den Tod herbeiftihren könnte."
Welke onaangenaamheden kunnen nu den patiënt overkomen tengevolge eener salvarsan-(re)infusie? Ik wil deze onaangenaamheden rangschikken onder twee rubrieken n.1. 1°. die, welke veroorzaakt worden door den therapeut, 2°. die, waaraan de therapeut geen deel heeft.
De schadelijke momenten uit de eerste rubriek kunnen zijn :
a. de applicatiemethode, de technieken het instrumentarium.
b. de bereidingswijze der salvarsansolutie.
Ad. a. De subcutane injectie is pijnlijk voor den patiënt, geeft evenals een depot van eene onoplosbare kwikverbinding eene niet te controleeren resorptie van het geneesmiddel. Een te geringe opname geeft een slecht therapeutisch effect, vandaar de vele recidieven eener positieve W. R. en klinische verschijnselen, en daar, waar de opname niet snel plaats heeft, kan het salvarsan bovendien nog oxydeeren, werkt alsdan sterk toxisch, zoowel organo-als neurotroop en voorts aanleiding geven tot uitgebreide necrosen in de buurt der injectieplaats. Hetzelfde geldt voor de intramusculaire salvarsantoediening, zoodat, niettegenstaande de zeer gunstige resultaten van Moldovan in het Oostenrijk-Hongaarsche leger, deze wijzen van applicatie alléén