genezing door slechts ééne injectie, zooals men haar bij dieren had gezien, bij den luetischen mensch niet doorvoerbaar. Men moest dus grijpen naar reïnjectie's van het geneesmiddel. Om het effect zoo groot mogelijk te maken, nam men de dosis per injectie zoo groot mogelijk n.1. 400 600 mgr. salvarsan. Hoogere doses gaven te veel organotrope werking en zijn dus gevaarlijker. Om ook in den tijd tusschen de reïnjectie's het, aan de salvarsanwerking ontkomen syphilitisch virus te bestoken, nam men zijne toevlucht tot kwik: dus zoo ontstond de gecombineerde salvarsan-kwikbehaudeling. Deze gecombineerde behandelingsmethode kenden wij reeds van de atoxylperiode en gaf toen Uhlenhuth aanleiding om zijn atoxylzure kwik in de syphilistherapie iirgang te doen vinden.

Op gronden, die Leusden in zijn: „Rapport over de behan„deling van Syphilis met Salvarsan in het Militair Hospitaal „te Weltevreden gedurende het tijdvak October 1911 — „October 1912" aangeeft, worden de syphilispatienten in het Militair Hospitaal alhier behandeld met 3 salvarsan'njectie's, elk van 5 a 600 mgr. salvarsan plus 6 intramusculaire injectie's van 0,15 cc. oleum cinereum 40%.

De contröle met de W. R. blijft absoluut noodzakelijk, omdat de belangen van de luetische patienten het meest behartigd kunnen worden door den syphilidoloog tevens WASSERMANN-therapeut. Zonder contröle met de W. R. is de eenigst juiste therapie nog steeds de chronisch intermitteerende. Deze kost minstens zooveel tijd als eene gecombineerde salvarsan- kwikbehandeling met W. R. contröle, want Ehrlich zegt, dat één enkele salvarsaninjectie hetzelfde doet, als eene lang en intensief doorgevoerde kwikkuur. Bij eene chronisch interinitteerende kwikbehandeling blijft het salvarsan alsdan gereserveerd voor die gevallen, waar het virus onmiddellijk onschadelijk moet worden gemaakt, zooals bij hersenlues, iritiden op syphilitischen bodem enz. enz. Doch welke therapeut zou nu een contrölemiddel willen