OORSPRONKELIJKE B IJ DRAGEN.
Wat kan een patiënt tengevolge eener Salvarsan=infusie overkomen ?
{niet autoreferaat)
DOOR
H. W. J. van DIJKEN.
Off. v. Gez.
Ongetwijfeld heeft elk practicus zich dit méér dan eens afgevraagd, nu het salvarsan voorloopig de eerste plaats veroverd heeft onder onze specifika tegen syphilis.
Naar aanleiding van een sterfgeval na eene intraveneuse infusie van 500 mgr. salvarsan in verdunde, zwakalkalische oplossing, wil ik even in het kort nagaan, welke nadeelen aan eene salvarsanbehandeling kunnen verbonden zijn, doch vooraf het volgende ter inleiding:
Salvarsan is, zooals U weet, eene arseenverbinding en uit zijne toxische eigenschappen dus conform het arsenik.
Wij moeten dus allereerst nagaan, wat de Geneesmiddelleer ons leert over het arsenik.
Van ouds werd het arsenik als medicament gegeven bij chronische huiduitslagen, anaemie, clilorose, pseudoleukaemie, rhachitis, osteomalacie enz. Twee eigenschappen van het arsenik interesseeren ons het meest, n.l.
1°. zijne prikkelende werking op het celprotoplasma tot vermeerderde, verbeterde voeding. De arsenicophagen kunnen U daarvan getuigen en 2°. zijne toxische eigenschappen: de acute en chronische arsenikvergiftiging. De acute vergiftiging is U bekend om haar symptomencomplex, zoo sprekend gelijkend op dat van cholera asiatica.