occiput. Het gevolg daarvan is, dat de gelieele schedelbasis op de plaat geprojecteerd wordt, waardoor een zeer verward beeld ontstaat, dat ons omtrent den sinus frontalis geen licht verschaft.
Legt men den patiënt daarentegen op een hellend vlak met het voorhoofd op de plaat, en belicht men dan van uit het bregma, dan krijgt men veel fraaier resultaat, gelijk te zien is aan de door spr. rondgegeven foto. De X-foto geeft niet alleen aanwijzingen omtrent den zetel der aandoening, maar ook omtrent eenige bijzonderheden van het operatieterrein, b.v. de grootte en vorm van den sinus frontalis.
Op de foto is de linker sinus frontalis scherp gemarkeerd, de rechter is daarentegen zeer wazig.
Bij de operatie werd de rectale aethernarcose toegepast, welke methode bij dergelijke gezichts-operaties belangrijke voordeelen oplevert. Na het blootleggen van den sinus bleek deze geheel gevuld met pus. Zelfs met de dunste sonde was geen communicatie met de neusholte door den ductus naso-frontalis te verkrijgen, zoodat de operatie van Kuhn onmogelijk was, en spr. overgaan moest tot die van Kilian: wegname van het dak der orbita tot den 11. opticus.
Na 6 dagen kon patiënt het ziekenhuis verlaten; er was genezing p.p. i. opgetreden. De operatie is nu een halfjaar geleden, en pat. is sinds dien geheel vrij van klachten. Van het defect, ontstaan door het wegbeitelen van den voorsten sinus-wand, is niet veel te zien.
De tweede patiënt, ook een Eur. jonge man, leed sinds 1905, dus nu al 8 jaren lang, aan verkoudheid, hoofdpijn, en eenzijdige neusslijmvloed. Al die jaren zijn verschillende endonasale behandelingsmethoden beproefd, soms met tijdelijk resultaat.
Voortdurend traden echter recidieven op; ook hier werd een Röntgen-foto genomen, waarbij bleek, dat de aangedane