In den waard komen de cysticercen, als deze met cysticercen verontreinigd vleesch naar binnen krijgt.
De cystenwand wordt verteerd, de kop wordt uitgestulpt, en hecht zich met zijn nappen en harenkrans aan het darmepitheel vast. Alle proglottiden worden verteerd en alleen de kop blijft over om tot het ontstaan van vruchtbare proglottiden te voeren.
De ontwikkeling van taenia grassicollis is hiermee afgesloten.
Gewoonlijk zijn dieren, die zoo sterk als onze rat het is, geïnfecteerd zijn, zwaar ziek en het is hierom eigenaardig, dat dit dier schijnbaar niet de minste hinder van de zoo belangrijke verwoesting van het leverweefsel heeft ondervonden.
Ik toon U hier cysticercen van verschillenden leeftijd, en onder het mikroskoop vindt U opgesteld een kop van cysticercus fasciolaris met zijn nappen en krans van haren, terwijl U onder een ander mikroskoop tal van kalklichamen zien kunt.
11. De ontwikkeling van mikrofilaria Bancrofti in culex fatigans.
Het is U bekend, dat de moederdieren van mikrofilaria Bancrofti in het lymphvaatstelsel van den mensch parasiteeren. De larven komen reeds in de uterusholte vrij en komen eerst in de lymphe, later in het bloed. Zij vertoonen hier een turnus en wel een zoodanigen, dat zij alleen 's nachts makkelijk, en overdag meestal in het geheel niet of zeer spaarzaam zijn aan te toonen. Van hier ook den naam van mikrofilaria nocturna.
De ontwikkeling geschiedt in vele muskietensoorten, maar een rol als overbrengers spelen in hoofdzaak culexsoorten en wel culex fatigans.
Reeds spoedig, nadat de mikrofilariën in de maag van de muskiet zijn aangeland, verlaten zij de „scheede", waarin ze gevat zijn, dringen door den maagwand heen en bewegen zich door het lacunoom.