het aan de onvermoeide pogingen van Zuster Baars de asphyxie te overwinnen (meisje 3>/4 K.G.). De toestand der moeder was evenwel zeer ernstig. De liartswerking bleef den geheelen nacht door zeer bedenkelijk. Bij tijden was de pols filiforin, soms nauwelijks waarneembaar en irregulair. Wij vreesden patiente te verliezen. In den loop van den volgenden dag werd de toestand van het cor geleidelijk beter en eerst 2 X 24 uren na de bevalling was de moeder buiten direct levensgevaar. In het kraambed hebben zich geen verdere complicaties voorgedaan.

De beschrijving van dit geval is een bijdrage tot de casuistiek der ernstige baringsstoornissen als gevolg van ventrofixatie van den uterus.

Tandjong Pandan, Mei 1913.