jarigen leeftijd kreeg zij appendicitis. Ondanks herhaalde recidieven werd eerst 6 jaar later in 1908 appendektomie verricht. Na de operatie hield patiente steeds pijnlijkheid in den rechter onderbuik. Gehuwd in 1906. April 1908 bevallen van een voldragen doodgeboren kind; zwangerschapsnier.

Na de bevalling werd een retroflexie van den uterus geconstateerd, waarvoor patiente gedurende 2 jaren niet verschillende pessaria werd behandeld zonder afdoend resultaat. Maart 1910 acute aanval van rechtszijdige salpingitis. October 1910 salpingotoinie en wegens de hardnekkige retroflexie fixatie van den uterus aan den voorsten buikwand. Omtrent de wijze van uitvoering dezer operatie heb ik geen nadere inlichtingen kunnen krijgen. Januari 1911 abortus in de 3e zwangerschapsmaand; Juni 1911 nogmaals abortus in de 3e zwangerschapsmaand en in November 1911 nogmaals.

In Mei 1912 vertrok patiente naar Indië; April had ze het laatst gemenstrueerd. Gedurende de reis is ze ziek geworden. Pijnen in den linker onderbuik en koorts. De geneesheeren aan boord constateerden een infiltraat in het linker parametrium. De geheele reis door heeft patiente liggend doorgebracht en werd bij aankomst te Billiton direct in de kliniek opgenomen. Temperatuur 38; er bestond een duidelijk en pijnlijk infiltraat in het linker parametrium. De uterus was week en vergroot en gefixeerd aan den voorsten buikwand. Op den buik zijn twee litteekens, een in schuine richting verloopend, lang 12 c.M., van de appendektomie en een in de mediaanlijn van af de symphysis tot even links van den navel. Met dit litteeken was de uterus vergroeid. De portio stond hoog en sterk naar achter. Slappe vagina. De algemeene toestand van patiente liet veel te wenschen over. Na een ligkuur van 3 maanden en Priessnitz-verbanden om den buik was de pijnlijkheid links van den uterus nagenoeg verdwenen. Van vaginaal behandeling werd in verband met mogelijke zwangerschap