1. Lupus. ^

2. Lepra.

3. S y p h i 1 i s.

4. F r a m b o e s i a.

I Bacillus gangosae.

Syphilis III.

Myasis (Giles).

, Lepra.

/ Framboesia III.

! Naso-pharyngitis mutilans.

5. Leishmaniosen.

/ Framboesia.

) Staafjesbacil (Fiocca-Verrotti).

Buba" I Blastomycose.

' Leishmaniose.

Espuudia (Leishmania).

6. Naso-Pharyngitis mutilans, (mogelijk een blastomycose).

Alvorens er eenheid gekomen is in de aetiologie der door ons bedoelde aandoening is van het opgeven eener geografische verspreiding geen sprake. En zoo rest ons dan nu een keuze te doen uit vorengaand schema. Ik heb reeds vroeger de gronden genoemd, waarom voor onze gevallen de eerste 4 rubrieken niet passen.

Voor den toekomstigen onderzoeker blijft het nu weggelegd de beginnende en floride gevallen op te sporen om te kunnen beslissen of er een Leishmania, een blastomyceet of wellicht een andere, eigen parasiet in het spel is.

Hiertoe mijne collega's, die daartoe in de gelegenheid zijn, op te wekken is het hoofddoel van dit geschrift geweest,

Moge het spoedig bereikt zijn!