duurt 15-30 jaar. Gevallen van genezing zag Escomel niet en hij weet dan ook geen middel, dat effect heeft. „Les malades succombent dans utie cachexie pareille a celle du cancer."

Het histologiscli beeld is dat van een granuloom, zonder reuzencellen. Het gelukte eerst aan Laveran en Nattan en Larrier (23) om in het hun toegezonden weefsel en afkrabsel typische Leishmania te vinden, die niet geheel met de L. Donovani en tropica overeenkomen.

Van blastomyceten of andere parasieten werd door hen niets waargenomen. Tot op zeker oogenblik gelijkt deze aandoening geheel op de onze, men ziet een langzame, sieepende, uitgebreide ulceratie beperkt op de mond-neuskeelholte, zonder vermindering van het algemeen welzijn. De uitgang der ziekte is echter geheel anders dan die bij onze lijders. In stede van algeheele genezing onder vorming van een duurzaam Iitteeken, sterven de espundiaci aan uitputting.

Bestaat er dus wel reden om voor onze gevallen aan een mogelijke Leishmaniose te denken, geheele overeenkomst met Buba Leishmaniosi of espundia zien wij er niet in, en zoo naderen wij dan tot de door Leys en Ziemann uitgesproken meening, dat wij wellicht met een morbus sui generis te doen hebben.

De eerste, die uit den chaos van aangezichts- en ueusulceraties een bepaald type aanwees, was Leys, die in een rapport aan het marine-bestuur, handelende over den gezondheidstoestand van het eiland Guam (benoorden de Philippijnen gelegen), over het jaar 1904 (24) o.a. het volgende neerschreef: „Rh i no-p li ary n gi ti s m u ti 1 ans (Destr u cti ve ulcerous rhi n o-pharyn gi tis). We have a disease to deal with which no one of us or of our predecessors has understood. We have 110 name for it except the descriptive one wich 1 here propose," en beschrijft haar dan als volgt: „The patiënt, if seen early, as few are, complains of sore throat. On examination an ulcer is seen 011 the back of the pharynx, on a posterior faucial pillar, or on the free