nader onderzochte destructieve processen van het aangezicht bij inboorlingen van verschillende tropische gewesten moge in verband daarmede aan een nadere bespreking onderworpen worden. Ik bedoel de „Qangos.a." Wanneer deze voor het eerst in de litteratuur gebruikt wordt, kan ik niet nagaan, wèl echter kan ik mededeelen, dat men zoowat alle ziekten met vernieling van het neusskelet of ulceratie van het aangezicht bij inboorlingen maar kortweg „Gangosa" genoemd heeften zoo kon Fülleborn in de discussie na de te Hamburg gehouden voordracht van Baermann (mede namens Schüffner) (3) de verzuchting slaken: „Was die Gangosa anbelangt, so ist wohl sicher, dass unter diesem Sammelnameti eine ganze Reihe mit Nasenverstünnelungen einhergehenden Krankheiten zusammengeworfen werden."

Om hiervan een indruk te geven, zal ik de Gangosageschriften eens de revue laten passeeren.

Geiger (4) beschrijft het voorkomen op het eiland Guam van 3 soorten processen, die op elkaar lijken. Eén ervan, waarbij de aandoening in neus of larynx ontstaat, langzaam voortschrijdt en met destructie van been en kraakbeen verloopt — doch die langzaam geneest bij behandeling met antiseptische vloeistoffen, rekent hij tot de eigenlijke „Gangosa." Hij kon daarbij een bacil kweeken, die aan den diphtherie-bacil verwante eigenschappen bezit — en dien hij hield voor den verwekker der ziekte en doopte „bacillus Gangosae."

Garrison (5) beschrijft 2 jaar later ook de ziekte in Guam, doch geeft bovendien op, dat behalve de huid der ledematen ook beenderen, gewrichten en pezen aangedaan kunnen worden. De ziekte zou soms snel genezen, maar ook wel 30 jaren kunnen duren. Onder strenge antiseptische behandeling en door kwik en joodkali genezen de meeste gevallen. Op grond nu van 1. de groote gelijkenis metluetische veranderingen, 2. het vaak voorkomen van iritiden en keratiden, 3. de groote besmettelijkheid (in 90°/0 aan te toonen)