noodig had, bedroeg +40 K. G. Deze hoeveelheid werd in een ton gedaan met+ 40 Liter water. Na gedurende '/2 min. gewasschen te hebben, werd het water voor de helft afgegoten en vervolgens 20 L. water opnieuw bijgevoegd. Vervolgens weder gewasschen gedurende M/2min. en weder de helft van het water afgegoten. Dit geschiedde tot 4xtoe, zoodat de rijst dus uitgewasschen werd gedurende 2'/2 minuut met een drievoudige hoeveelheid water.
De op deze wijze gewasschen rijst werd in manden gedaan, waaruit nog vrij veel water siepelde en vervolgens overgebracht in twee ijzeren kookpannen (kwali's), waarin + 20 L. kokend water. Deze werden gesloten met houten deksels, waarin kleine openingen voor het doen ontsnappen van den waterdamp. Gedurende 6—7 minuten werd het water onder een flink vuur aan de kook gehouden en vervolgens het hout grootendeels uit de ovens verwijderd; op een zacht vuur werd gedurende 25 minuten verder verwarmd.
De rijst was daarna klaar; na afnemen van het deksel bleek, dat de inhoud de kookpan thans nagenoeg geheel vulde door de opzwelling van de korrels. De rijst zag er zeer smakelijk uit en was droog. Een gedeelte van de rijst was aan de kookpan aangebakken (kra). De totale gewichtshoeveelheid bedroeg thans 84 K. G., zoodat bij bovenbeschreven bereidingswijze + 100% water wordt opgenomen.
In verschillende grootere en kleinere ploegen werd de bereiding der nassi vervolgens nagegaan en bleek mij ook uit verdere informaties, dat bovenbeschreven wijze van bereiding de eenige is, welke op Billiton in de mijnen wordt gevolgd.
Er wordt dus niet gestoomd, zoodat na de aanvankelijke wassching geen verder verlies optreedt.
De rijst uit den goedang te T. P., waarvan het proefmonster een aschgehalte van 0.89% en P2 05 van 0.54% bevatte, leverde op de beschreven wijze bereid, een product (nassi), waarvan het aschgehalte bedroeg 0.63% en het P2 05 gehalte 0.44%. Duiven, met deze nassi gevoed, bleven