Ik voeg hieraan toe, dat elk geval in details is onderzocht, wat betreft de voedingen de overige omstandigheden, onder welke zich de Beri-beri-verschijnselen hadden ontwikkeld. Elke ziektegeschiedenis nog afzonderlijk te vermelden, komt mij te omslachtig voor.
Meestal was dus vóór het uitbreken der Beri-beri-verschijnselen een ziektetoestand voorafgegaan als gevolg waarvan, onder de beschreven omstandigheden, de voeding der patienten nagenoeg uitsluitend bestond uit geheel afgewerkte rijst. Onder de vele in het Hospitaal verpleegde lijders aan malaria, dysenterie, tropische ulcera etc., bij wie de beschreven voedings-antecedenten afwezig waren, ontwikkelde zich geen enkel geval van Beri-beri.
Wat betreft de toestand buiten het mijnwerkerscorps, zoo leeft de Inl: bevolking op Billiton hoofdzakelijk van rijst, die zij zelf verbouwt op droge rijstvelden. De rijst wordt door hen zelf gestampt en is zeer weinig afgewerkt. Beri-beri komt dan ook onder deze kampongbevolking niet voor. Wel daarentegen onder de kampongbevolking in de onmiddellijke nabijheid der hoofdplaatsen Manggar en Tandjong-Pandan. Hier werkt een groot gedeelte der Inlanders als vaste werklieden of daglooners in dienst der Billiton Maatschappij. Deze voeden zich als regel met Siam- of Rangoonrijst uit de Chineesche kamp.
In verschillende door ons waargenomen gevallen was dit op zich zelf al voldoende om Beri-beri te doen ontstaan en bleek dan bij nader onderzoek, dat de lijders in de keuze hunner bijspijzen erg zuinig waren geweest. Meestal ging evenwel een ziektetoestand vooraf, waardoor patienten begonnen te sukkelen, hun eetlust verdween en hun voeding dan bijna uitsluitend bestond uit rijst.
Onder het corps gewapende politie, waarvan de gemiddelde sterkte in 1912 bedroeg 171 man, werden in dit jaar 17 wegens Beri-beri in het Hospitaal verpleegd en moesten gedeeltelijk naar Java worden teruggezonden. Het