De verblinding door de sterke verlichting moet de oorzaak hiervan zijn.

De volgende onderzoekingen doen ons zien, dat een visus van V = - = 1 (Snellen) een gemiddelde visns is.

H. Cohn onderzocht in Breslau 52159 schoolkinderen gedeeltelijk met behulp van liet personeel. Hij deed de onderzoekingen in de open lucht met den haak van Snellen, die door een normaal oog op 6 M. herkend moest worden en vond het volgende;

10 % zag de haken op een kleineren afstand dan 6 M. 88 „ „ „ „ „ „ grooteren „ „ 6 „ en wel 46 „ „ „ „ „ „ afstand van 7—12 M. 38 „ ,, „ „ „ „ n n 13 1B „

^ » » jj » » n » j) 19 24 ,,

1 24

* ft tt n ft n ff tf ff

De grootste afstand, waarop de haak herkend werd, was 27 M.

De gemiddelde visus was 12.1 M., bij jongens 12.8 M. en bij meisjes 11.5 M. en dit zoowel in de hoogere als in de lagere klassen. Den in de open lucht gevonden visus noemt hij SW. (Sehscharfe wahre); hij wil een onderscheid maken tusschen dezen visus en den visus, in een kamer bepaald =SZ. (Sehscharfe Zimmer). Het blijkt toch, dat in de open lucht letterproeven 2 X zoover gelezen kunnen worden als in een kamer. Niet vermeld wordt, wanneer deze proeven geschiedden; Oostingh vindt SW. 8°/0 beter dan SZ. (in den winter.)

Hij geeft verder eene statistiek van gezichtsscherpte van 238 verschillende personen, tot de natuurvolken beiioorend, en van 2620 leerlingen van verschillende scholen, soldaten enz. en kwam tot het volgende resultaat.

STAAT.