Oostingh onderzocht te Nymegen bij de Koloniale Reserve den visus van 100 militairen binnenshuis en van 181 militairen buiten.

Hierbij bleek, dat de haak van Cohn binnenshuis ± 8% betere resultaten gaf dan de letters van Snellen en hetzelfde resultaat verkreeg men ongeveer bij de bepaling van den visus buiten.

Verder bleek uit de proeven, dat indien de letters van Snellen werden gebruikt voor de bepaling van den visus voor het rechteroog, in de tropen een ± 33°/o beter resultaat verkregen werd dan in Europa; voor het linkeroog was het resultaat ± 35% beter en bij het zien met beide oogen gelijktijdig ± 30%.

Werd de haak van Cohn gebruikt dan bleek, dat voor het rechteroog in de tropen een ± 95 % beter resultaat verkregen werd dan in Europa, voor het linkeroog was dit resultaat ruim 90% beter en bij het zien met beide oogen gelijktijdig ± 85%.

Kunst zou den visus nagaan na het gebruik van homatropine. Bij het onderzoek bij de Europeanen hadden moeilijkheden plaats, omdat zij het om zoo te zeggen weigerden zich aan dat onderzoek te onderwerpen. Er had wel pressie uitgeoefend kunnen worden, doch dan zouden de resultaten onbetrouwbaar geweest zijn.

Slechts 11 Europeanen werden aan dit onderzoek onderworpen en 100 Inlanders. Het aantal Inlanders is groot genoeg om gevolgtrekkingen te maken, doch het aantal Europeanen te klein. Zagen wij, dat door de Europeanen den haak van Cohn met beide oogen gelijktijdig gemiddeld op 17.1 M. gezien werd, als gemiddelde voor de 11 Europeanen na homatropine-gebruik werd den haak op 9.9 M. gezien d.i. een bijna 75% slechter resultaat.

Zagen wij, dat de Inlanders den haak van Cohn gemiddeld op 19.3 M. zagen bij het zien met beide oogen gelijktijdig, na homatropine-behandeling werd dit 11.7 M. of ± 65% slechter.