op aan, dat de B van E, F van P en O en U en C goed van elkaar onderscheiden kunnen worden.
Het spreekt van zelf, dat om letters op een afstand dubbel zoo groot als die, waarvoor deze bestemd zijn, te kunnen herkennen, de verlichting goed moet zijn, anders komt het witte gedeelte in het midden dezer letters niet voldoende tot zijn werking, daar het dan door de naar twee kanten optredende verstrooiing te zwak wordt.
Bij matig daglicht in een kamer ligt de grens van herkenbaarheid voor normale oogen bij 0.75 minuut; bij helder daglicht buiten bij 0.5 minuut.
Hij gebruikte het decimale stelsel voor de intervallen, hetgeen thans veel gebeurt en verwerpt het gebruiken van waarden als bv. e/9 f (foutief). Hij gebruikte ook van elke grootte slechts één letter.
Men is het er over eens, dat indien de bepaling niet op 5 M. geschiedde, dit te moeten vermelden. In onze spreekkamers geschiedt het meestal op 4 M.
De grootste letter is 30 cM, wordt aangeduid met 0 3
en wordt op 225 M door normale oogen gezien.
Hij heeft voor een visus > een klein afzonderlijk bord laten maken. De visus stijgt echter niet meer met 0.1, maar er zijn enkele trappen uitgekozen, om eenerzijds kleine letters bij de hand te hebben, anderzijds om buitengewoon fijne graden van visus te kunnen herkennen.
De normale herkenningsgrens is 6, 5, 4, 3, 2, 1,5 en 1 M
en de daarbij behoorende visus is dus op 6 M —' —' —» 20 , 30 , 40 60
* Pil
10 10 10 10'
Op 6 M. komen de decimale breuken met de volgende afstanden overeen:
f = 225 M,f = 120 M, -^=80 M, 1=60 11, if = 40 «• 1 = 6 M.