Na zich behoorlijk gebaad te hebben, worden ze verzameld voor de verbandkamer en bij ploegen van 5 binnengelaten. In deze lokaliteit zijn 3 inlanders aanwezig: 1° de mandoer die de vaccinatie verricht, 2° de mandoer die de koelie's met joodtinctiiur en collodion insmeert en hunne nummers afleest (elke koelie wordt naar zijn contractnummer geregistreerd; hij draagt een loodje bij zich, waarin dit nummer is gegraveerd) en 3° de djoeroetoelis, die de nummers opteekent. Het toezicht wordt gehouden door een Europeesch assistent, terwijl ik zelf mij zoo nu en dan ook overtuig, dat alles zijn geregelde gang gaat. Na afloop der vaccinatie wordt mij door den 1 sten mandoer onmiddellijk de lijst der juist gevaccineerden gebracht.

Alle vaccinaties hebben dus in het hospitaal plaats gehad en in mijne onmiddellijke nabijheid. Met de eerste zending vaccine werden een paar honderd koelie's door mij eigenhandig geënt om het personeel te instrueeren; bovendien de contractvrouwen om begrijpelijke redenen.

Eén middag werd gevaccineerd buiten het hospitaal; toen heb ik zelf toezicht gehouden.

Dr. Nijland meent, dat de dwang, dien men op contractkoelie's uitoefenen kan, een reden temeer zal zijn, dat deze zich op allerlei listige wijzen onttrekken zullen aan onze behandelingen. Hiermede in stijd is de meening van de Arbeidsinspectie. In haar bekend verslag over de ondernemingen op Sumatia's Oostkust schrijft ze:

„Een enkele maal heeft een werkman geweigerd zich in „het hospitaal te laten opnemen of trachtte hij zich aan de „behandeling te onttrekken, doch veelal verkeert de contractkoelie in de meening, dat hij ook in dezen de bevelen van „den werkgever heeft op te volgen".

Daaraan wordt nog toegevoegd en ook dat is een reden, dat de contractkoelie's zich niet onttrekken:

„Bovendien is het vertrouwen van de werklieden in de „hun toekomende geneeskundige behandeling groot".