No. Roode Hpnatisatip O WPrfï'Jlllï l.nr.
IV. S m a L a r i d o e 27
V. Bagiman 7+10 ')
VI. A rn o 1 5+10
VII. SiOepa 2+8
VIII. MaOesoep 6 7+3 IX. Resotaroeno 7 + 3
X- B 13
XII. M e t j o 8
XIII. Am oen 3
XIV. Soepo 9 13
XV. Mard jo 10 XVI. Tjonek 3 + 6
XVIII.Krismo 2 + 2
XXII. Moe in +7
XXIII. R i b o e t. 10+4
3°. Bij de oudere gevallen van roode hepatisatie vond men op enkele plaatsen reeds overgang tot resorbtie, zelfs enkele reeds luchthoudende deel en. Met name was dit het duidelijkst bij Bagi man (V).
4 . Bij verschillende cadavers werden, terwijl één kwab of een deel daarvan was aangetast door een onmiskenbare croupeuze pneumonie, in de overige kwabben een of meer haarden gevonden, die wat hun vorm betreft tot de bronchopneumonieën moesten worden gerekend. Het sneevlak echter kwam geheel overeen met dat van de croupeuze pneumonie; bij micioscopisch onderzoek werd een croupeus haemorrhagische ontsteking gevonden met diplococcen.
De hier genoemde afwijkingen van het typische beeld worden ook in Europa waargenomen: daar echter zijn ze uitzonderingen, hier moeten ze veeleer tot den regel worden gerekend. Ze zijn wel hoofdzakelijk een uiting van een
') Het eerste cijfer geeft steeds aan den duur van observatie, het tweede den tijd, dien patiënt opgaf ziek te zijn geweest vóór zijn opname.