Spreker dringt dus aan op afsluiting der kampongs, waar menschenpest heerscht.

De lieer Swellengrebel, zicli grootendeels refereerende aan liet zooeven medegedeelde van de resultaten zijner onderzoekingen, antwoordt het volgende: De concentratie en evacuatie zijn niet verslapt, maar alleen is de afsluiting der geheele afdeeling Malang opgeheven; wanneei deze opheffing slechte gevolgen had gehad, dan zou b.v. de aan Malaug grenzende afdeeling Bangil met pest besmet geworden zijn, wat toch niet het geval is. Waar hier gebleken is, dat besmetting van mensch op mensch zoo uiterst zelden voorkomt, daar mag men geen maatregelen nemen, die slechts misschien eenig effect zouden sorteeren, maar in geen geval een effect, evenredig aan de daardoor aan de bevolking opgelegde ellende en last.

Trouwens: de nu en dan voorkomende besmetting van mensch op mensch, hoe betreurenswaardig dan ook, mag geen gewicht in de schaal leggen. Nooit wordt een geval van menschenpest het uitgangspunt van een epidemie; wel is dit het geval bij de rattenpest; en het is dus deze, welke met alle macht bestreden moet worden.

De heer de Vogel herinnert er den heer van Dorsen aan, dat deze niet al te zeer moet afgaan op historische gegevens, verzameld uit een tijd toen van goed in elkaar gezet experimenteel onderzoek nog geen sprake was. Er zijn allerlei tegenstrijdige en curieuze verhalen te vinden omtrent de overbrengers van pest, tot walvisschen en bruinvisschen toe.

De heer van Dorssen zegt, de waarde der genomen maatregelen niet te willen verkleinen, doch blijft aandringen op afsluiting der kampongs met menschenpest, indien blijkt dat de tot dusver genomen maatregelen onmachtig blijken het pestgebied te beperken.

De heer Stibbe zegt, dat het er voor den militair geneeskundigen dienst, die meer dan de burgerlijk geneeskundige