Het criterium, of een waterleiding „goed" mag heeten, moet m. i. hierin worden gezocht: of zij aan de geheele bevolking ten goede komt. Een leiding, hoe uitmuntend water ook aanvoerende, die echter haar kostelijken inhoud alleen in de huizen der welgestelden en verder hoogstens op een luttel aantal openbare plaatsen brengt, voldoet daaraan niet.

Indische Gemeenten, die een waterleiding hebben aangelegd en daarvoor geld hebben geleend, zijn van de gedachte uitgegaan, dat het geleende geld ruimschoots rente zal afwerpen. Het is nog aan twijfel onderhevig, of deze verwachting in vervuiling zal kunnen gaan, wanneer het water zóó wordt gedistribueerd, dat het in de gewenschte hoeveelheid onder het bereik wordt gebracht van allen, ook de armsten van de bevolking. Een ernstige studie van dit vraagstuk is den laatsten tijd zoowel te Batavia als te Semarang gemaakt. Op laatstgenoemde plaats is door den ingenieur bij den aanleg der Oengaran-waterleiding Heetjans een doorwrochte brochure erover gepubliceerd, ') terwijl ook door den bekenden apotheker Tillema waardevolle gegevens zijn verzameld. 2)

Belangrijke rapporten werden door den Gemeenteraad aldaar overgelegd als bijlagen van een voorstel aan de Regeering, waarin voor de oprichting van publieke bad-en waschgelegenheden een subsidie in eens van /. 165000.-, voor het onderhoud dier inrichtingen een jaarlijksche subsidie van ƒ. 14500.- en voor het plaatsen van openbare aftapinrichtingen op het leidingnet der gemeentelijke waterleiding een subsidie in eens van ƒ. 46082.- wordt gevraagd. De Raad heeft als zijn meening uitgesproken, dat de zorg voor de openbare gezondheid eischt, dat den Inlander op

') H. Heetjans: „Drinkwatervoorziening in N. I.". Semarang, Masman en Stroink; 1912.

') H. F. Tillema: „Aqua Oengaraniana". Semarang, H. A. Benjamins, 1911.