kleine irrigatiewerken, gekost en vordert een jaarlijksche uitgaaf van ƒ 12000.—, waarvan f 2650.— voor olie en J 2600.— voor traktementen.
Niet minder vermeldenswaard is het werk van Gorgas in Havanna en Panama. Voor de hoofdplaats van Cuba volsta ik met de vermelding van het aantal malariagevallen in de opeenvolgende jaren 1897 t/m 1909 (tot Juli). Het bedroeg in die jaren resp.: 811, 910, 909, 325; daarna (de muskietenvervolging was in Februari 1901 begonnen): 151, 87, 51, 44, 32, 26, 23, 19, 2.
In Panama moest de strijd over een uitgestrektheid van 47 mijlen langs de spoorbaan worden gevoerd. In 30 dorpen en kampen wonen over deze uitgestrektheid, ongeveer evenwijdig aan het Kanaal, tot '/2 mijl afstand daarvan verwijderd, 100.000 menschen. Tot op een afstand van ± 180 meter van elk der dorpen of ± 90 meter van afzonderlijk staande huizen is de bodem gedraineerd. Over de zelfde uitgestrektheid wordt het gras minder dan 1 voet hoog gehouden en ander gewas van grootere hoogte niet toegelaten. Tijdelijke waterverzamelingen, die bij het werk aan het kanaal onvermijdbaar zijn, worden met olie of larvicied overgoten. „Larvicied" is een vloeistof, uit ruw carbolzuur, hars en kaliloog bereid en die in waterplassen waar petroleum zich moeilijk laat aanwenden (hoeken van moerassen of stroompjes enz.) wordt gegoten. Op 21 plaatsen langs de lijn bestaat gelegenheid, gratis chinine te krijgen; ongeveer de helft van het personeel gebruikt dagelijks een prophylactische dosis chinine. Alle Gouvernementsgebouwen zijn muskietenvrij gemaakt. Levende muskieten, waar die nog gevonden worden, worden gevangen en gedood. De sterfte aan malaria onder de gelieele bevolking is ten gevolge van deze maatregelen van 1627000 in Juli 1906 gedaald tot 26°/000 in December 1909. Onder de geëmployeerden is zij gezakt van 116°/000 in November 1906 tot 12°/000 in December 1909. De gele koorts is op de landengte van Panama tegelijkertijd